Stress en trauma bij de politie
Politieagenten worden vaak blootgesteld aan traumatische gebeurtenissen, zoals het zien van zware mishandelingen en betrokkenheid bij schietpartijen, en lopen daarom een hoog risico op PTSS. Een dergelijke blootstelling kan het mentale welzijn van officieren aantasten en hun vermogen om openbare taken uit te voeren aantasten. De mogelijke langetermijneffecten van stress en trauma bij de politie kunnen bovendien leiden tot gedragsstoornissen zoals middelenmisbruik, agressie en zelfmoord.
Stress en trauma bij de politie kan leiden tot PTSS, wat te herkennen is aan de volgende symptomen:
- Opdringerige gedachten. Een persoon die zijn of haar dag doorbrengt, wordt plotseling geconfronteerd met ongewenste, verontrustende herinneringen aan wat er met hem is gebeurd.
- Nachtmerries. Degenen met gelijktijdig voorkomende psychische aandoeningen lopen ook een groter risico op levendige, verontrustende dromen.
- Herinneringen aan de gebeurtenis vermijden. PTSS verandert de manier waarop een persoon zijn leven leidt. Dit vermijdende gedrag kan slopend zijn en degenen die ermee te maken hebben, worden aangemoedigd om professionele traumabehandeling te zoeken.
- Geheugenverlies. Traumatische gebeurtenissen hebben invloed op het functioneren van de hersenen. Hoewel veel mensen aannemen dat dit te wijten is aan een fysiek hersenletsel, is het vaak een geval van het lichaam dat probeert om te gaan met wat er is gebeurd. Wanneer er iets traumatisch gebeurt, treedt geheugenverlies op als een natuurlijk afweermechanisme.
- Negatieve gedachten over jezelf en de wereld. Mensen die een trauma hebben meegemaakt, zien de wereld anders. Ze kunnen zich hopeloos voelen en leven met een “verkorte toekomst” – een onvermogen om toekomstige mijlpalen te visualiseren. Het komt ook vaak voor dat ze zichzelf in een kwaad daglicht stellen.
- Zelfisolatie. Nadat er iets vreselijks is gebeurd, is het moeilijk om contact te maken met anderen. Mensen met PTSS kunnen om verschillende redenen moeite hebben om in de buurt van mensen te zijn. Deze omvatten mogelijke triggers, evenals een onvermogen om contact te maken met hun vrienden.
- Woede en prikkelbaarheid. PTSS creëert een staat van hyperarousal. Dit betekent dat de hersenen bij de minste aandrang in een staat van “vechten of vluchten” worden geschopt. Hyperarousal resulteert in sterke emoties zoals woede, evenals algemene prikkelbaarheid op een dagelijkse basis. Degenen die getraumatiseerd zijn, kunnen uithalen naar anderen, zelfs als ze niet helemaal begrijpen waarom.
- Verminderde interesse in favoriete activiteiten. Negatieve levensgebeurtenissen maken het moeilijk om te genieten van ooit geliefde activiteiten. De stemmingswisselingen, slapeloosheid en vermijding geassocieerd met PTSS betekenen dat een persoon zich ongemotiveerd en ongeïnteresseerd kan voelen in zijn werk en hobby’s.
Hypervigilantie. Na een traumatische gebeurtenis komt het lichaam in een staat van hypervigilantie. Deze verhoogde alertheid zorgt ervoor dat een persoon altijd voorbereid is op eventuele andere dreigingen. Deze staat van extreem bewustzijn is echter vermoeiend en verontrustend voor traumapatiënten.